Bonnard is één van mijn lievelingsschilders en dit werk met het plezier in de contouren wil ik al heel lang naschilderen:
Momenteel is de achtergrond alleen nog maar de onderschildering, het was de bedoeling om de donkere stipjes en zeker de boomtakken -in hetzelfde contrast als haar hoed- erin te maken maar ik vind hem nu al zo leuk dat ik er nu niets aan durf te doen. Eerst maar een paar dagen tegenaan kijken. Ik vind hem erg leuk, het plezier van vrouw en hond is zichtbaar.
Maar er moet nog wel wat met de achtergrond denk ik. De figuren hebben nu meer contrast dan de achtergrond en staan er daardoor (te) los van. De achtergrond zelf is wel heel divers en leuk om naar te kijken. Geen idee wat ik daar overheen kan zetten zonder dat vlekkenplezier te overschaduwen. (Misschien kan ik de figuren afzwakken waardoor ze meer naar de achtergrond trekken. Dat kan met waterverf: je kan pigment weer wegnemen. Maar of dat met deze kan…
Deze had ik trouwens meer achtergrond gegeven:
De interessante “bloom” van de oorspronkelijk rand is nu minder zichtbaar maar als geheel is het nu fijner om naar te blijven kijken. Ja, deze tekening sleep ik overal mee naartoe: naar boven als ik boven werk, naar de kamer als ik daar zit en naar de voorkamer als ik daar computer. Hetzelfde verwacht ik met de Bonnard tekening.
Ik weet niet wat het is. Ik denk er ook niet teveel over na. Maar het is leuk om naar werk dat ik gemaakt heb te blijven kijken. De eend en de eerste hond zijn inmiddels ingelijst en staan in de kamer maar ik vind het leuker om naar het blote papier te kijken. (wel opletten: niet net je handen hebben ingevet.)
Ik kijk zonder analytische blik en ook dat is nieuw. Ik kijk niet naar de technieken of wat ik heb gedaan en wat ik anders zou kunnen doen. Ik kijk meer naar de kleuren en de vormen en geniet ervan. Leuk hoor 🙂
gebruikte materialen:
- Schmincke Horadam waterverf (tubetjes)
- Schut Terschelling aquarelblok, 300 gram, glad oppervlak, 18×24 cm
- verschillende penselen waaronder een Winsor & Newton Petit Gris Pur nr 6 (eekhoorn haar) voor de grote blobs; Gerstaeker nr 12 en 7; 4art nr 12 uit Tilburg; Søstrene Grene nr 4 en Kolinsky in 1 en 2 van verschillende merken.
Dan heb je qua kwasten zo’n beetje alle prijsklassen door elkaar maar deze individuele penselen zijn wel allemaal kwaliteit. Maar dat weet ik pas als ik er eentje koop en uitprobeer.
Je zou denken dat bij de bekendere, duurdere merken de kwaliteit constanter is maar dat is niet zo. De Winsor kolinski’s (serie 7) verschillen per penseel en de helft valt me tegen (komt niet terug in een punt). De ronde van Grene Art zijn allebei erg goed. Gerstaecker is alletwee ook constant. De Petit Gris is me verkocht als Hèt Penseel voor aquarelisten en zo voelt het ook wel en daar wil ik wel meer van. Of het moet het eekhoorn-achtige zijn dat me aanspreekt 😉 Maar het is niet bedoeld om in een punt terug te komen en doet dat ook niet.
Dat terugkomen in een punt is een eigenschap die ik gewend ben van de sumi-e penselen van vroeger. Of eigenlijk alleen van mijn eerste penseel, nu ik erover nadenk. De tweede en derde waren al niet meer zo goed.
De huidige Chineze penselen variëren (dus) meer in kwaliteit en je moet maar net de goede treffen. Die ik onlangs heb gekocht hebben het geen van allen (twee zijn er ook niet voor bedoeld: de witte en de riggers. Die zijn allemaal wel erg goed in wat ze moeten doen).
Ik zou de duurdere Chinese penselen kunnen gaan uitproberen. Maar dan hebben we het over 40 tot 80 euro voor een penseel… Dat is wel een dure gok. Misschien moet ik maar eens onderzoeken waar sumi-e kunstenaars hun penselen halen, vooral de Japanse kunstenaars.
En het is natuurlijk zo dat alleen een slechte artist z’n materialen de schuld geeft. Maar tegen deze Calvinistische insteek zeg ik dat ik, nu ik met kwaliteit werk, zoveel meer bereik en zoveel meer kan en zoveel meer plezier heb. Ik hoef niet te vechten tegen het materiaal, het materiaal helpt mij.
Overigens, gisteren nog meer Terschelling aquarelblokken gekocht bij mijn nieuwe kunstenaarsmaterialenhandel: Kunstburg in Doesburg. Die hebben een uitgebreid assortiment en zitten standaard 20% onder de adviesprijs. Ze hebben ook een webwinkel. Daar komt ook de Petit Gris vandaan. Ik kreeg goed advies!
Met die prijzen durf ik te schilderen en te schilderen.
En omdat je met waterverf steeds moet wachten tot een laag droog is kan ik nu, met meerdere blokken, meerdere schilderingen “on the go” hebben. De vraag is: haal ik “de hond van Bonnard” nu van het blok zodat ik een nieuwe kan beginnen of laat ik hem erop zodat ik nog dingen kan aanpassen? Nu ik vier blokken heb is dat geen vraag meer 🙂 Laat maar zitten want ik kan nog op een ander blok verder. Dat is de beste 9 euro pdie ik heb uitgegeven deze week! En 2 euro goedkoper dan wat ik bij de Kwast in Den Bosch zou betalen. Kom ik hou op met tikken, ik ga nog wat schilderen 🙂